Ontstaan Vervoers Logistieke Werkdagen
Vanaf 1979 stond de Adviesgroep Intern Transport onder leiding van Ton Weenink. Na enige aanloop perikelen constateert hij een duidelijke lijn. Het aantal aanvragen voor adviezen groeit. Gevolg is dat de afdelingsleiding constant buiten de deur is. Bijkomend voordeel is echter dat er wel contacten met de wetenschappelijke wereld worden gelegd.
Contact tussen opleidingen en bedrijfsleven
'In 1984 begon dat aarzelend met opleidingsinstituten en scholen. Die organiseerden zogeheten lezingen over bepaalde onderwerpen en zo groeide een landelijk netwerk waar ter zake kundige mensen van bijvoorbeeld grote leden als DAF of Philips aan het woord kwamen en inzage gaven in de actuele onderwerpen rond complexe goederenstromen die in hun bedrijven speelden. Feitelijk was dat wat we later logistiek zijn gaan noemen' zo herinnert Weenink zich. In 1986 komt er een Delftse student bij EVO binnenlopen, die een stageplaats zoekt om een routeplanningsprogramma te ontwikkelen op basis van postcodes. Daar wil EVO wel aan meewerken.
Wetenschap en bedrijfsleven in dialoog
Zo komt Jops Robroeks in huis en daarmee de computer. Binnen anderhalf jaar heeft Robroeks een handzaam programma ontwikkeld. Tijdens een gesprek met zijn stagebegeleider, prof. dr. ir. R. Hamerslag, over de mogelijkheden van informatie-uitwisseling tussen wetenschap en praktijk wordt de basis gelegd voor de Transportdagen, de voorloper van de latere Vervoers Logistieke Werkdagen. Van begin af aan is de opzet van de Transportdagen wetenschap en bedrijfsleven een dialoog met elkaar te laten aangaan. Wat betreft de interne kennis bij EVO merkt Weenink op: 'EVO was in die ontwikkelingen vanaf 1985 afhankelijk van de kennis van grote ledenondernemingen. Laten we het maar gewoon stellen zoals het was en in een enkel geval nog is. Die ervaringen konden we prima gebruiken en toepassen bij middelgrote bedrijven en op seminars, waar die bedrijven ook kwamen. Bovendien hadden we er groot succes mee in onze opleidingen.' Na het afscheid van Weenink (1990) zet zijn opvolger Piet Nobel de lijn door. Nobel komt uit een club van groothandelaren en is gewend om met middelgrote ondernemingen te werken. Dat komt in die periode dus mooi uit.